Paul Bogaert TOESPRAAK

DRUKsel

TOESPRAAK

PAUL BOGAERT TOESPRAAK

Ik zal u toespreken in het kader van de nacht
waarin men niet slapen kan.
Ik zal u niet ontkennen dat ik u daarvoor nodig heb
en dat ik u daarvoor, althans in het begin,
in de ogen kijken zal.

Mijn stem zal snel op u gaan liggen
als een deken of tien.
Ik zal het dan in uw aanwezigheid
over de plannen en de daden hebben die niet te rijmen zijn.
Uiteindelijk zal ik u de tekst bezorgen van een lied.

De woorden

De woorden van een song,
met daarin - als vangst -
de neerslag van uw ogen en al
wat men van de hypofyse kan verlangen.
Ik zal u niet ontkennen dat het een toespraak is, integendeel.

Ik zal u spreken over de vijver van de trucs
met daarin onder andere :
de truc van de herhaling en de terreur van het refrein.
Ik zal u er blijvend aan herinneren
dat dat de vijver is waarin ik vis.

Ik zal het kort over de plannen en de daden hebben
die niet te rijmen zijn.
Ik zal u boeien aan de hand van parafrasen
van de kern van het betoog.
Ik zal niet overdrijven met voorbeelden,

maar indien nodig, zal ik u het voorbeeld geven
en de beelden die ik treffend vind,
zoals : een versleten plastic mapje,
zoals : in zichzelf gekeerde dieren,
zoals : een vel carbonpapier.

Ik zal natuurlijk pas beginnen na enkele seconden,
zodat er geen trilling van de stem kan zijn
of zij wordt voorafgaandelijk gesmoord.
Pas dan zal ik beginnen,
stemvast, plots, ineens,

met een schets van een probleem,
een schets die meteen de basis raakt,
het fundament belicht
en in een flits de grondslag toont : hier
waar wij samenzijn, is slapen niet gepast.

Ik zal kijken naar uw ledematen als die stroef en koortsig worden tegelijk.
Ik zal wat ik zie niet voortvertellen,
laat staan wat ik in uw ogen lees.
Ik zal tot tien tellen.

Ik zal u niet onthouden
dat ik u wil beďnvloeden
en dat de kogel is gemaakt
van materialen waaraan het lichaam
geen behoefte heeft.

Dat ik u wil

Dat ik u wil zien leven
in een ander tijdsgewricht dan dit.
Wat zal er komen van het lied ?
Ik zal het zelf niet zingen.
Ik zal u in uw toestand begeleiden.

Ik zal u blijvend herinneren.
Ik zal u zo monotoon bepraten
dat u wegvalt en bleker wordt
en niet langer aan uzelf gelijk.
Ik zal u niet sparen.

Ik zal u zeggen waar het op staat,
hoe hard het is en dat het altijd harder kan.
Dan zal ik u laten zijn : de vedette !
Ik zal u de vedette laten zijn
die de microfoon hanteert

als onlosmakelijk met de vedette verbonden,
de vedette die de zwaar gekostumeerde ogen sluit
en zich op de vingerknip laat gaan.
Ik zal verdedigen dat het goed rusten is
waar men op iets liggen kan.

Eventueel zal ik voor u bedenken :
een bed,
een anekdote,
een doodlopende straat.
Ik zal u laten zijn : het prototype.

Ik zal u het prototype laten zijn
van een bedelares, met afgetrapte schoenen,
een bedelares die prototypisch van hier naar daar beweegt
en dan terug,
stroef en koortsig tegelijk.

Ik zal u het geheel ook situeren, naakt,
in het kader van later.
Ik zal uw aandacht trekken met beelden
en u laten horen wat mogelijk is
met carbonpapier, een wonde en een bruistablet.

Ik zal u de toekomst ter sprake brengen
en de gehele vijver samenvatten
waarin de netten hangen.
Mogelijk gebeurt er iets :
de kriebelhoest, een glas dat valt, een scheet.

Een microfoon

En microfoon die piept, iemand die binnekomt
of buitengaat
door een gebrek aan lucht,
als in een te warme caravan.
Ik zal u ook laten zijn :

1. een geit in ascese ;
2. een tombola ;
- uw handen op uw ogen -
3. stroef en koortsig tegelijk.
Ik zal een korte pauze houden voor suggesties allerhande.

Daarna pak ik de draad weer op,
ga ik verder waar ik gebleven was,
werk ik elke aanzet uit,
knaag ik de zaak af tot het bot.
Ik zal niet ophouden

met het koorstig vinden van verwoordingen.
De tekst van het lied, de woorden van de song :
ik zla die in een plastic mapje steken.
Ze zullen later, in een ander tijdsgewricht,
nog altijd in dat mapje steken.

Ik zal de geit in haar geheel beschrijven, die in haar huisje
zoals een mens op zoek gaat - en in die zin irritant is -
naar wat zij kwijt is,
en zich daarover onophoudelijk verbaast
en zegt : "dat kan toch niet"

en dan verder zoekt in nog meer hoeken.
Een storing, dat kan.
Ik zal geregeld drinken van een glas.
De beelden zullen treffend zijn.
En alle vragen welkom.

En ik zal alle bezittingen opsommen
en ik zal voor mezelf houden
het onderscheid tussen waardevol en waardeloos.
Ik zal u mij voorstellen : liggend
op een deken in het water.

Het geheel der strofen zal voor u zijn,
en als u er niet of niet meer bent, zal het voor uw naasten zijn,
of, als die er niet zijn, voor de naasten van uw naasten
of, als die er niet zijn, voor de naasten van de naasten van uw naasten,
en als die er niet zijn, is het typisch voor de staat waarin u zich bevindt.
Ik zal u met

Ik zal u met feiten confronteren,
harde voorwerpen, vergelijkingen en cijfers
over ingangen en territoria,
en met de vloeiende geit die in haar caravan
alles kort en klein slaat.

Ik zal stoppen
op het moment dat u aan mijn lippen hangt,
dat ik aan uw lippen hang
na nog een parafrase van de kern, een overzicht,
een samenvatting van de uit het bed geviste basisbeelden.

Ik zal niet verwachten
dat iemand mij bedankt.
Als ik dan zal stoppen,
als ik beweeg en u bedelend uit het zicht valt naar beneden,
als ik tot tien tel,

als u wakker wordt,
als straks de dag omhoog springt,
als de dieren spreken,
zal alles vergeten zijn,
het stomste eerst.

Colofon

Toespraak, een gedicht van Paul Bogaert is de eerste uitgave van DRUKsel en verscheen op 25 april 1998 te Gent. De vormgeving is van Danny Dobbelaere en Rein Ergo. De tekst is gezet uit Garamont corps 12 en op Free Life gedrukt. De oplage bedraagt 98 door de auteur gesigneerde exemplaren , genummerd van 1 tot 98 en 26 exemplaren geletterd van a tot z, alle bestemd voor de medewerkenden en hun vrienden. N° 86/98