spacer
Contact Fondslijst Deelnemers beurs 1998-2006 Archief Links

PETER
    VAN LIER

fragment

terug naar fondslijst

o home

 

Het ja van de dichter, over het werk van Peter van Lier

In de levensbeschouwing die uit het werk van Peter van Lier spreekt, staat bescheidenheid centraal. Met een franciscaanse blik beziet hij de werkelijkheid, verwondert en verheugt hij zich. Hij neemt de dingen zoals ze zijn en beschrijft ze. hij gaat op een positieve manier in op wat de wereld hem te bieden heeft. De taal gebruikt hij als een instrument. Ze is geen losstaande entiteit om de dingen (het levenloze en het levende) te beschrijven. Peter van Lier gebruikt de taal als een instrument van de mens. De taal overheerst niet noch bedwingt ze hem. Zowel zijn instrument als de werkelijkheid zijn hem nabij. Er is sympathie en verbondenheid. De wereld en de mens zijn niet de vijand.
Daarmee valt van Lier in het poëzielandschap op. Zijn oeuvre is immers positief, gaat in tegen het anti-modernistisch pessimisme. De mens is meer dan tot wat hij gereduceerd kan worden en de dingen buiten de mensen staan niet los van hem. Zonder veel tierlantijnen, is deze seculiere mystiek een vreugde om te lezen. Er is niet alleen een afstandelijke toon maar Peter van Lier staat ook zelf naast de gebeurtenissen en zichzelf. Zijn poëzie neemt niet deel -zoals podiumpoëzie doet- aan 'het evenement'. Er is een afstandelijkheid die toch met de wereld verbonden blijft, of anders gezegd, een betrokkenheid die ironisch is. Toeschouwer en speler. De dichter wil ons niet in de gebeurtenissen trekken. Hij is zichzelf, hij toont en het is het werk zelf dat de verbondenheid toont. Ook dit is modernisme: het resultaat is datgene wat de eigen persoon overstijgt.
'Bij regen een kind zijn gang laten gaan / kan gerust, // moeders.' (uit: Gegroet o …)
Deze poëzie is mild en humanistisch. Er is humor en natuur. Er komen veel dieren in dit werk voor. De duif is alomtegenwoordig -echter niet in haar meest realistische verschijning van vliegende rat. De duif is ook niet het beeld van Picasso of Braque. De duif is in deze poëzie geen metafoor maar zichzelf. En aanleiding tot overpeinzingen.
Interessant is de cyclus 'Voltooide fragmenten' uit de bundel 'Gegroet o…' omdat beide woorden elkaars tegengestelde lijken te zijn. Een fragment is voor een auteur soms een gemakkelijkheidoplossing: er is een vonk maar hoe kan die verder uitgewerkt worden? Binnen de moderniteit heeft de schets echter ook een eigen status verworven. Omdat de intentie voldoende is om een werk tot kunst te benoemen, hoeft het resultaat niet meer uitgewerkt te worden. Peter van Lier speelt met deze houdingen: enerzijds is er het onafgewerkte stadium maar tegelijkertijd is dit ook al een volwaardig product.
De typografie is in dit werk belangrijk. De lengte van de regels heeft een cadans, de regelval is onregelmatig, de gedichten hebben structuren. Soms lijken ze een opeenvolging van morsetekens te zijn. In 'Zes wenken voor muggen aan de deur' gebruikt hij in de cyclus 'Betreffende een functie in het dierenrijk' de structuur van een gedicht: zes tweeregelige strofen per gedicht. De teksten zelf zijn brieven die de ambtelijke stijl persifleren. De sollicitatiebrieven zijn gericht aan dieren. Het absurdisme wordt door de vormelijke structuur van de gedichten verhevigd.
Bij Druksel verschijnt 'Bodemsanering'. Twee reeksen van elk zes gedichten. Het opvallendste -en bij Peter van Lier nog niet eerder voorgekomen- is de combinatie van woord en beeld. Uit de schetsboeken van kunstenaar Machteld van Buren heeft hij een aantal tekeningen gekozen en die 'in zijn gedichten geplaatst'. Woord en beeld krijgen daardoor eenzelfde ontologische betekenis en er is tussen beide groepen geen hiërarchie. De woorden becommentariëren niet het beeld, het beeld is geen illustratie van de woorden. Beide vormen samen het gedicht en structureren het.
De titel 'Bodemsanering' refereert aan een vorm van loutering. Het eerste deel is het verslag van een pessimisme, een neergang. Men moet tot op de bodem gaan om het licht te kunnen zien, is de teneur van dit gedicht. Peter van Lier verwijst naar de versregel van Hölderlin: 'Wo aber Gefahr ist, wächst das Rettende auch.'. Ondanks de zware thematiek is dit een hoopvolle, humanistische bundel.

Dezelfde houding zien we ook in het essayistische werk van Peter van Lier. Bij Druksel verschijnt van hem de tekst 'Een microspoor in de poëzie: over Gerard Reve'. Hier geeft hij een bijna revisionistische lezing van het poëzie-oeuvre van Gerard Reve. Het gaat nu eens niet over het katholicisme, de alcohol of de grappen maar wel om de oriëntatie op de mens. Hij selecteert drie gedichten die werkelijk van belang zijn omwille van hun humane inhoud en hun beeldende vorm. 'In hun volstrekte helderheid zijn de beelden er zo aanwezig dat zij weer raadselachtig worden.' Deze gevoeligheid trekt hij door naar de hedendaagse poëzie en ziet die terug in het werk van K. Michel, Erik Menkveld, F. van Dixhoorn, Mustafa Stitou en Annemieke Gerrist.

Bibliografie:
Van absurdisme tot mystiek: een metafysica vanuit Nietzsche, van Beckett tot Heidegger (essay) (1994)
Miniem gebaar (poëzie) (1995)
Gegroet o … (poëzie) (1998)
Links, rechts: twee wandelingen (poëzie) (2001)
Gaandeweg rustieker (poëzie) (2004)
In 't kwadraat (poëzie) (234-117) (2005)
Zes wenken voor muggen aan de deur (poëzie) (2007)
Een microspoor in de poëzie: over Gerard Reve (essay) (Druksel) (2008)
Bodemsanering (poëzie) (met Machteld van Buren) (Druksel) (2008)
Actuele informatie op de blog van Peter van Lier



 

html by Tankred
version 2.2 - © Druksel