spacer
Contact Fondslijst Deelnemers beurs 1998-2006 Archief Links

JAN LAUWEREYNS

bibliografie
Addertje zonder kop
Het bloembed van de werkelijkheid
De boeke-kas. Waar toe zo veel?
Het zwijgen van de dichter
René Puthaar in De Groene Amsterdammer
Yves T'Sjoen in Literatuur
Paul Demets op Klara
Erik De Smedt in Leesidee

terug naar fondslijst

o home

 

file:\\ druksel \ fondslijst \ jan lauwereyns \ tsjoen

Yves T'Sjoen in Literatuur, nr. 3, 2002

De wetenschap van wat en tot diep in het zieltje : Jan Lauwereyns' observatiekunst: voor en vooral achter de dingen

(…)
In de schaarse recensies die in krantenbijlagen en tijdschriften van de jongste bundel Blanke verzen (2001) van de talentrijke dichter Jan Lauwereyns (1969) zijn verschenen, is de eerste afdeling 'Het zwijgen van de dichter' steevast geparafraseerd. Alle navertelde verhalen over de personages Wilde Burro, de muilezelingedaante waarin de ik-vertellende, half-Amerikaanse/half-Japanse callgirl Shizuka zich hult, en de 'gewezen dichter' Uwe Yser, (ook letterlijk een literaire metamorfose van de auteur), vertonen mazen die het zicht op de eigenlijke thema's en eigenaardigheden van deze poëzie ontnemen. De jongste bundel bevat een filmisch prozagedicht geïnspireerd op de Orpheus-mythe, maar de regie waarin 'de afzonderlijke beelden' zijn gepresenteerd en de montage vertellen naar mijn oordeel een veel rijker verhaal dan uit samenvattingen mag blijken. Het is een verhaal over het vertellen van een verhaal. Lauwereyns schrijft poëzie over het schrijven, hij wil ons tonen wat het observatievermogen te boven gaat. (…)

Lauwereyns schrijft niet alleen een boeddhistisch geïnspireerde poëzie van de onthechting, waarin de zoektocht naar het nirwana wordt verkend. Onder de speelse, soms zelfs lichtvoetige toon gaat een diepzinnige visie schuil, precies zoals onder de banale anekdotiek een smalle weg naar het binnenste loopt. Je moet alleen maar durven kijken om te zien. De dichter heeft dit thema verder uitgediept in zijn tweede bundel, waarin de focus op de blik zelf ligt. Want "het schrijven begint met / de blik van Orpheus. / En deze blik is / de beweging van het verlangen (…)". In korte versregels wordt een roadmovie-achtige versie van het Orpheus-en-Eurydice-verhaal gepresenteerd. Het gedicht is veeleer een stukgesneden parlandistische, episodische vertelling (een van de connotaties van 'blanke verzen'). In Lauwereyns' eigengereide remake onderneemt het ik een onderzoek naar de oorsprong van onze blik. De inzet van deze bundel is hoog: niets minder dan de peiling naar de werking van de 'dichterlijke ziel'. Net zoals in Nagelaten sonnetten spreekt de verteller de lezer aan: achter de snel wisselende beeldsequenties op de film is veel meer te zien dan de beeldband/beeldspraak aanreikt. Achter het spel met schijngestalten en metamorfosen gaat ook in de tweede bundel een smalle weg naar het binnenste schuil, die in Blanke verzen wordt omschreven met de 'dichterlijke ziel'. 'Lichaam en ziel' is de titel van een nagelaten sonnet: die complementariteit van écht en schijnbestaan -zoals ook in de poëzie van Cees Nooteboom- lijkt me een van de drijfveren voor deze gedurfde, intrigerende zoektocht die Lauwereyns' eigentijdse, speelse én diepzinnige dichtkunst in de ban houdt.

html by Tankred
version 2.2 - © Druksel